Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale gebruikersbeleving. Lees onze cookieverklaring

Naar hoofdinhoud

Nu

Agenda

Uitgelicht

Runenhoutje Westeremden, achtste of negende eeuw,  lang 12 cm
Runenhoutje Westeremden
achtste of negende eeuw, lang 12 cm
Dit eenvoudige houten staafje is een taalmonument van de eerste orde. Runeninscripties vormen de oudste geschreven woorden in een inheemse taal in ons land en de inscriptie op dit staafje taxushout is de langste die hier ooit is gevonden. Handboeken van de Nederlandse literatuur beginnen vaak met de runeninscripties, en dit houtje van Westeremden wordt dan steevast genoemd. Het runenschrift had een eigen alfabet, Futhark genoemd, met hoekige letters die doorgaans geritst werden en niet geschreven. Het houtje werd in 1917 gevonden in de wierde Westeremden. De inscriptie is lang aangezien voor een bezwering tegen de zee maar is feitelijk is een zegenwens: “op deze heemstede blijft het geluk en door de taxus blijft het groeien. Wemoed bezit dit.” Het staafje is als bouwoffer mogelijk in de achtste of negende eeuw in de grond gestopt.
Alessandro Mendini, Poltrona di Proust, 1979 © Groninger Museum
Poltrona di Proust (1979)
Alessandro Mendini
De Stoel voor Proust is een belangrijk statement van Alessandro Mendini. Zij belichaamt zijn principes van redesign - bestaande vormen opnieuw toepassen - en het belang van versiering. Mendini doet altijd eerst uitgebreid historisch onderzoek. Voor het ontwerp van de stof geïnspireerd op Marcel Proust onderzocht hij welke schilderijen de Franse schrijver bezat. Zo kwam hij uit op een detail van een pointillistisch schilderij van Paul Signac. Hij vergrootte de kleurige stippen op het houten frame en de bekleding van een achttiende-eeuwse kitschfauteuil. Vorm en functie van de stoel zijn overwoekerd door het motief. De stoel wordt hiermee ook tot een driedimensionaal schilderij. Mendini roept de vraag op of het een kunstwerk is om naar te kijken of een gebruiksvoorwerp om op te zitten.
Ettore (Jr.) Sottsass & Memphis Milano, Ashoka (1981)
Ashoka (1981)
Ettore (Jr.) Sottsass & Memphis Milano
De naam van de lamp, Ashoka, is niet toevallig gekozen. Wat is de betekenis van deze naam? In het begin van de jaren zestig verbleef de maker, Ettore Sottsass, in India. Hier werkte hij samen met lokale ambachtslieden. Het was een tijd van spirituele ervaringen, tegenover de materialistische maatschappij in de Verenigde Staten, waar hij eerder kennis mee had gemaakt. Flower power tegenover opdringerige reclames. Beide invloeden komen samen in de Memphis stijl. Ashoka (304-282 v. Chr.) wordt beschouwd als een van de grootste Indiase keizers. Dankzij hem werd het Boeddhisme verspreid over geheel India, en later de gehele wereld. De armen van de lamp brengen licht naar alle windrichtingen, als een eigentijdse veelarmige Boeddha.
Michael Sweerts (Brussel 1618 - 1664 Goa), Jongenshoofdje, ca. 1655-61
Jongenshoofdje
Michael Sweerts, 1655-1661
De jongen kijkt naar een zeepbel die vlak langs zijn gezicht zweeft. De zeepbel werd in de zeventiende-eeuwse schilderkunst wel gezien als symbool voor de vergankelijkheid, maar van die betekenis lijkt in dit charmante tafereeltje geen sprake. Het sobere, intieme schilderij is gemaakt door Michael Sweerts, van wie ongeveer twaalf van dergelijke verstilde portretten van jonge mensen bewaard zijn gebleven. Sommigen menen er een verwantschap met het beroemde Meisje met de parel van Vermeer in te zien, maar of beide kunstenaars elkaar gekend hebben is niet vast te stellen. De in Brussel geboren Sweerts was een vrome katholiek die lange tijd in Rome werkte, waar hij veel Nederlandse klanten had en een ridderorde van de paus ontving. In 1662 vertrok hij naar Azië om missionaris te worden, wat geen succes werd, en hij stierf twee jaar later in India.