Museumverhalen
"Bizar dat zo’n gebouw, op papier al zo bijzonder, in het echt bestaat"
“Mag ik een stempel op deze postzegels?” - een verhaal van Jessica Glasmacher
Bijna 25 jaar geleden stelde ik deze vraag bij het postkantoor,
om zo een eerstedagenvelop te maken. De laatste
stap voor het eindwerk van het examenvak tekenen. Het
was het eerste jaar dat mijn middelbare school tekenen als
eindexamenvak gaf. En hetzelfde jaar dat het nieuwe Groninger
Museum de deuren opende. Wat een indrukwekkend
gebouw vond ik het: kleurrijk, spannende vormen, speels
en heel vernieuwend. Bizar dat zo’n gebouw, op papier al zo
bijzonder, in het echt bestaat.
Een serie van drie postzegels zou het project worden.
Ik heb de drie paviljoens op A3-formaat nagetekend en
met sheets de typografie eroverheen geplaatst. Alles nog
zonder tekenprogramma’s op de computer. Met de kleurenkopieermachine
verkleind tot de grootte van een postzegel.
“Weet je zeker dat je een stempel wilt? Je kan de postzegels
dan niet meer gebruiken hoor.” Trots als een pauw was
ik dat de dame achter het loket dacht dat ze echt waren.
Uiteraard heb ik ook een brief naar mezelf gestuurd en deze
werd bezorgd. Het vak tekenen heb ik succesvol gehaald,
ik kreeg een 10 voor het project. Nog steeds kom ik graag
naar het museum, niet alleen voor de exposities maar zeker
ook voor het prachtige gebouw.
”Het begon allemaal met een artikel in de krant over het 20-jarig bestaan van het Groninger Museum…”
Bakwedstrijd - een verhaal door Larissa van Dijken
Het begon allemaal met een artikel in de krant over het
20-jarig bestaan van het Groninger Museum. Daar stond in
dat je mee kon doen met een bakwedstrijd. Ik hou ontzettend
veel van bakken dus heb ik mij meteen opgegeven. Ik vond
het vooral heel leuk dat het thema was ‘Maak het Groninger
Museum na’. Ik vind het gebouw zelf heel mooi en zag hier
echt een uitdaging in. Ik heb samen met mijn moeder eerst
een proeftaart gemaakt. Ik zou je aanraden: maak altijd eerst
een proeftaart, want onze eerste taart was 10x niks. Hij was
veel te zoet en niet netjes afgewerkt. Mijn vader had zelfs
al de moed opgegeven en dacht dat ik geen kans maakte.
Ik had geprobeerd om alle delen van de museum te maken,
maar kwam erachter dat dat heel ingewikkeld en groot is.
Daarna kwam ik op het idee om alleen de drie bouwdelen bij
de ingang te maken. Zelf vind ik dit ook het mooiste gedeelte
van het gebouw. Ik ben heel druk bezig geweest met het
maken van de taart. Vooral met het uiterlijk, maar ik had ook
een heerlijke aardbeienvulling in de taart gedaan.
Ik had er heel veel zin in, maar was stiekem ook heel
zenuwachtig. Ik ging met de auto en de taart erin naar
het Groninger Museum. Daar aangekomen ging ik naar
beneden, naar een ruimte waar alle finalisten zaten. Je
kreeg je eigen tafel waar je kon zitten met je taart. De
taarten werden daar door de jury bekeken en natuurlijk
geproefd. Wij werden naar een grote zaal gebracht
waar we lekkere hapjes kregen en de taarten allemaal
op een rij stonden. En toen kwam de jury: het spannendste
moment. “En de winnaar van de eerste prijs……..
LARISSA VAN DIJKEN.” Toen ik dat hoorde was ik
superblij. Ik kreeg een hele leuke goodiebag. Maar de
leukste prijs was dat mijn gebakje een maand lang op
de menukaart van het MendiniRestaurant kwam te
staan, met mijn eigen naam erbij. Ik ben daar toen met
mijn familie gezellig mijn eigen taart gaan eten. Een
moment om nooit te vergeten. En dit allemaal dankzij het
Groninger Museum.
"But there was more!"
My impressions of the museum - a story by Dr. Sybe and Mrs. Dawn Jongeling (Iluka, Western Australia)
During the Second World War as a child I lived along the
Emmasingel. In 2011 on our way to visit the new Groninger
Museum, I was very keen to show the old house to my
Australian-born wife, but to my dismay that stately home
with an enormous garden was no more, demolished, and all
my memories as an 8-year-old were wiped away into virtual
space.
Following this disappointment, we walked to the railway
station with its magnificent architecture, facade and
graphic murals in the central hall, all of which stood in sharp
contrast to the mountains of bicycles under and around
the front of the station and the cold concrete ‘paddock’
surrounding that lonely statue of ‘t Peerd van Ome Loeks’,
which brought our second disappointment because on our
visit in 1975 it was living peacefully among natural, ecofriendly
green grass.
From here we crossed the bridge and were greeted by
the delightful modern buildings of the Groninger Museum,
which stand out as a breath of fresh air among the traditional
architecture of the surroundings and it lifted our
spirits and captured our curiosity as to what we may find
inside. On the top floor we were treated to a spectacular
laser light display of the “Phoenix Rising” (De Vuurvogel)
which mesmerized us with its changes in colour and mood,
with associated sound effects. This exhibition alone made
a lasting impression on us. But there was more! A display
of paintings from old and modern masters and a beautiful
arrangement of paper sculptures, many of which were
mobiles, giving ‘life’ to the dynamics of the displays and
increased our curiosity and attention. A very late lunch at
the restaurant was well prepared and delicious. The friendly
smiles of the staff and efficiency of their service made our
visit to the museum a memorable day’s outing.
“Was er ooit een onschuldigere plek voor een eerste date dan een museum?”
Over fatale vrouwen en een fatale man - een verhaal van Karin Sitalsing
Een zonnige februarimiddag in 2003. Zondag, de 23ste om precies te zijn, en ik kijk naar schilderijen en beelden van fatale vrouwen. Maar kijken is iets anders dan zien, want in werkelijkheid heb ik alleen maar oog voor de fatale man in de ruimte.
Een maand eerder ontmoette ik hem via een gemeenschappelijke vriend. De clichés. Trompetgeschal, engelen, regenbogen, ik was verliefd en niet zo'n beetje ook. Ik móest hem weer zien, maar hoe ging ik dat slim en niet te opzichtig aanpakken? En toen schoten de fatale vrouwen me te hulp. Want het heerschap in kwestie woonde in Groningen en de zin “Hee goh, ik wil graag die tentoonstelling zien, heb je zin om mee te gaan?” had precies de ingestudeerde onverschilligheid die ik nodig had om te verhullen dat ik vermoedelijk nooit eerder ergens zo verschillig over was.
Was er ooit een onschuldigere plek voor een eerste date dan een museum? Over alles was nagedacht. Er was iets om te doen, iets om naar te kijken, iets om over te praten in geval van stilte. We gingen midden op de dag, zodat alles open lag en de hele wereld kon gebeuren. Er was uitloop naar een drankje, een hapje eten zelfs. Mocht het toch niet zo gezellig zijn, dan konden we zonder gezichtsverlies elk weer ons weegs gaan.
Zo gezellig was het wél.
Ons afspraakje liep uit in de uitloop. Het museum, een drankje, een hapje. Naar zijn huis. De eerste zoen.
Vijftien jaar later, weer 23 februari. Ik sta in het Groninger Museum met de fatale man. “Laten we onze eerste date overdoen,” zei ik tegen hem. Vond-ie leuk, en dus staan we nu hier. Het museum, een drankje, een hapje. Naar zijn huis, net als toen. Alleen is het nu óns huis.
"Vanaf dat moment kijk ik anders naar schilderijen.."
Ilja Repin: een bijzondere ontmoeting - een verhaal van Marjan Kloosterman
Ik bezocht de tentoonstelling in hartje winter en had afgesproken met mijn moeder en mijn zus. Het was koud, het vroor behoorlijk. Mijn moeder kwam met de bus vanuit het Westerkwartier. Ze had ondanks de warme bus koude oren gekregen en stapte op het Hereplein uit om snel bij de C&A een warme muts te kopen: een oranjerood met paars en grove strengen groen gebreide muts met een zwarte vilten voering.
Mijn zus en ik kwamen tegelijk aan bij het restaurant van het museum en troffen moeder aan achter een kopje koffie, haar handen om het kopje geslagen, de jas uit, de muts op haar hoofd tot over haar oren getrokken. Ze deed me denken aan een Russische vrouw die op het land had gewerkt en zich thuis even opwarmde met de muts op om vervolgens weer snel het land op te gaan, de schoffel weer in de hand nemend. We liepen de trap af, naar de garderobe. De jassen leverden we in. Mijn moeder hield haar muts op.
Zus stond bij de ingang van de tentoonstelling te wachten en siste van verontwaardiging. Moeder stapte met opgeheven hoofd met muts langs zus en liep op het grote schilderij af, het eerste, een landschapsvoorstelling. “Kijk, dat huisje,” zei ze en draaide zich om naar zus en mij. Ik zag alleen maar een kolossaal schilderij, veel groen en bruin, bomen een landweg, mijn kleine moeder en de grote kleurige muts op haar hoofd. “Kijk dan,” zei ze toen ze zus en mij zag turen. “Waar dan?” vroeg ik. “Mam, die muts, moet dat nou?” vroeg mijn zus. “Mijn vader heeft me geleerd om van linksboven naar rechtsonder te kijken bij dit soort grote schilderijen,” vervolgde mijn moeder onverstoorbaar en trok met haar vinger een diagonaal van linksboven naar rechtsonder. “Er is ook altijd een afwijkende kleur, meestal een stipje,” zei ze. Ze wees opnieuw naar linksboven en liet haar vinger langzamer richting rechter onderkant van het schilderij zakken. Ik volgde haar vinger. Ze hield haar vinger halverwege het schilderij stil. “Schattig, een rood dakje,” en ze draaide zich triomfantelijk om naar mij en zus. Ik zag het en zus ook. Ik deed een stap achteruit en keek opnieuw naar het schilderij. Mijn oog viel direct op het huisje met het rode dak links van het midden in de zee van verschillende kleuren groen, bruin en geel van bomen, struikgewas en gras. Wij vervolgden onze weg langs de prachtige schilderijen, moeder met muts voorop.
Ik dacht aan mijn opa die mijn moeder had leren kijken naar grote schilderijen en mijn moeder met muts die haar kennis doorgaf aan ons. Vanaf dat moment kijk ik anders naar schilderijen, zoek de kleine details en denk dan aan mijn kleine moeder en haar kleurige muts, het kleine huisje met het rode dakje op dat grote schilderij van de Russische schilder Repin in het Groninger Museum.
"Twee dametjes met een knotje in hun haar kwamen bij de balie: “Mevrooouw, wat is dit voor een gebooouw?”"
Infobalie - een verhaal van Wilhemina (Wips) Japink
Als infobaliemedewerkster maakte ik vaak bijzondere dingen mee.
Twee dametjes met een knotje in hun haar kwamen bij de balie: “Mevrooouw, wat is dit voor een gebooouw?” Ik antwoordde: “Dit is een museum.” “O, kan je daar dan ook in?” Ik vertelde dat het kon. “Moj daar dan ook voor betaaalen?” Ik vertelde hen dat ze bij de kassa aan de overkant een kaartje konden kopen. De dames gingen op een van de gekleurde bankjes zitten, plantten hun kleine zwarte veterschoentjes op de grond, een zilveren buidelvormige knip kwam te voorschijn, ze begonnen het geld te tellen en kochten alsnog kaartjes. Twee uur later kwamen ze weer bij mij en zeiden: “Wat was dat ja moooi.”
Op een dag kwam een echtpaar bij me en vroeg: “Mevrouw, wanneer gaat de brug weer open? Wij hebben alles al genuttigd in het restaurant en de brug gaat maar niet open. Wij willen zo graag een foto maken want wij zijn de ouders van de ontwerper.” Ik vertelde dat er in de winkel ook wel een ansichtkaart van die brug te koop was maar dat wilden ze niet. Daarop besloot ik de mensen van de rondvaartboot te bellen en zij verwezen mij naar de brugwachter van de Emmabrug. Ik belde hem en vertelde hem over het ‘probleem’. “Oh,” was zijn antwoord, “ik gooi de klap wel even open, dus laat ze maar gauw naar de brug gaan.” Twee mensen heel blij en ik ook voor hen.
"Iets in haar stem, de manier waarop ze praat, doet een belletje rinkelen."
Beatrix - een verhaal van Stefan Csiba
Het exacte jaar weet ik niet meer, maar dat geeft niet. Dit is tijdloos. Op een mooie dag besloot ik naar het Groninger Museum te gaan. Ik kocht mijn kaartje, liet mijn jas achter in de garderobe en liep de eerste zaal in. Het viel me bij de ingang al op dat er best veel beveiliging aanwezig was. Nu kom ik er niet dagelijks dus tja, weet ik veel.
Op een gegeven moment sta ik naar een prachtig schilderij te kijken, waarop een mevrouw naast mij zegt: “U bent wel onder de indruk van dit schilderij, niet?” Iets in haar stem, de manier waarop ze praat, doet een belletje rinkelen. Ik zeg: “Hm, hm, sommige schilderijen pakken je gewoon, terwijl ik niet eens veel van kunst afweet. Weet u veel van kunst, mevrouw?”
“Och,” zegt ze, “wat is veel weten?”
Ik kijk opzij en ik kijk recht in de ogen van de duidelijk incognito geklede Koningin Beatrix.
Online verhalenserie
Het Groninger Museum vroeg bezoekers naar hun leukste, spannendste en ontroerendste museumverhalen uit de afgelopen 25 jaar.
De komende weken verschijnt er elke woensdag een nieuw verhaal uit deze online verhalenserie.